Nog één te gaan

Posted on

Hierboven een foto van een soort administratie die ik bijhoud over het aantal sluizen wat ik ben gepasseerd. De teller staat op 252. Ik ben nu in Gennep bij een kleine watersport vereniging waar ik veel bekijks trek. Ik pas eigenlijk niet in de haven. Ik moet nog een sluis, bij Weurt/Nijmegen, om op de Waal te komen. Daarna zijn er tussen Stella en Medemblik geen sluizen meer. Dit deel van de reis stond in het teken van kanalen en sluizen. Maar het leverde ook een beeld op van Frankrijk, België en Nederland waar ik verrast door was.

Als buitenlandse bezoeker van Frankrijk en België kom ik eigenlijk altijd in steden, terwijl het overgrootste deel van het land platteland is. Als je daar doorheen vaart krijg je toch een beeld en gevoel bij de omvang daarvan. Frankrijk is de graanleverancier van Europa. Dat is door mechanisering en schaalvergroting. Met gevolgen voor de dorpen waar in de tweede helft vorige eeuw die mechanisering en schaalvergroting er voor zorgde dat nu nog een enkeling in de agrarische sector werkt. Als je langs een rivier of kanaal in de richting van een grote stad vaart zie je de luxe, grootte en kostbaarheid van de huizen toenemen. En als je gepasseerd bent het omgekeerde. In het zuiden zijn de mensen behulpzamer en meer geïnteresseerd. Naarmate je noordelijker vaart de mensen afstandelijker. Opmerkelijk vond ik ook dat het vandalisme van zuid naar noord toeneemt. Dat zag ik aan de sluishokjes waar de bediening van de sluizen in zit. Hoe noordelijker, hoe meer tralies en minder ramen.

In Nederland is het opvallend dat je tussen Maasbracht en Boxmeer voortdurend mest ruikt. Toen ik met mijn ouders hier 50 jaar geleden rondvoer was dit ondenkbaar; iedereen zijn eigen speedboot om over de Maas te racen. Drie van dit soort campings gezien. We zijn een wel-varend landje.

De trap

Posted on

Om in het dal van de Maas te komen moet ik ook over een waterscheiding. Stella moet over ‘een berg’ met een trap van sluizen. Over een afstand van 7 km zijn er 27 sluizen die Stella 80 m omhoog brengen. Je vaart een sluis uit en na een paar honderd meter de volgende in. In mijn eentje duurde het schutten in een sluis 15 minuten.

Bij de trap van sluizen heb ik gelukkig assistentie. Marlo is zaterdag aan boord gekomen in Reims. Nu duurt het schutten 10 minuten. Ik kan aan boord blijven en Marlo legt de lijnen van Stella om een sluis bolder en ze bedient de sluis.

Na drie dagen varen liggen we nu in de buurt van Sedan.

Waterspiegelingen

Posted on

Ik ben bijna in Reims en over de helft van de ruim 1500 km die ik moet varen om terug te komen in Nederland. Na eerdere technische problemen zag ik extra op tegen het kanaal tussen Champagne en Bourgogne. Vorig jaar juni was daar niet voldoende water en werd het kanaal gesloten. Mijn plan was om in mei te vertrekken en eventuele waterproblemen voor te zijn. Voor mijn gevoel kwam ik in de gevaren zone. Afgelopen maandag na het schutten in sluis 71 lag dit kanaal achter me. Dat voelt heel prettig.

Een ander probleem is de helderheid van het water. Daardoor zijn er steeds meer waterplanten. Op zich kun je daar gewoon door heen varen. Maar waterplanten verstoppen het koelsysteem van de motor. Als de motor te vaak oververhit raakt kan hij voortijdig het leven geven. En deze motor is al 30 jaar oud. Toen ik aan het kanaal begon moest ik na iedere sluis wel een aantal keren stoppen om de boel schoon te maken. Met nog 200 km en 110 sluizen te gaan, denk je dan wel hoe ga ik dit voor elkaar krijgen. Maar na anderhalve dag werd het probleem veel minder. Je vaart wel, maar luistert voortdurend of er koelwater is.

Weliswaar vaar ik alleen, maar er is redelijk veel contact met andere mensen die varen. Iedereen is bijna geïnteresseerd naar je ervaringen als je uit het zuiden komt. Ook heb ik regelmatig contact met een koppel die via de Rijn, de Donau, de Zwarte Zee en Bosporus in de Middellandse Zee zijn gekomen. Ze zijn nu via Frankrijk weer op weg naar Nederland. Ik ontmoette ze toen ze in Port Saint Louis waren om de mast te strijken. Eerst voeren zijn voor mij, maar ze zijn een paar dagen terug geweest naar Nederland voor een begrafenis en nu voor ik voor ze uit. We wisselen ervaringen en tips uit over onder meer slaapplaatsen, bezienswaardigheden, plekken waar je aan diesel kan komen. Het is niet zo alleen als eerdere etappes.

In eerste instantie had het landschap mijn aandacht. Dat was indrukwekkend. Maar naarmate ik noordelijker kom wen je er aan en lijkt het meer op de Nederlandse waterwegen. De aandacht voor het landschap wordt minder en er komen allerlei herinneringen boven over toen ik zelf op het binnenvaart schip van mijn ouders woonde. De geur van het rivierwater, de eindeloos saaie kanalen en rivieren die er steeds hetzelfde uitzien. De ‘schippers’ die sterke verhalen tegen elkaar vertellen. Het moment aan het eind van de dag dat eindelijk de motor uit kan en het geraas op achtergrond wordt vervangen door een weldadige stilte. En ik word weer herinnerd aan het gevoel van isolatie. Niet van dat schip af kunnen. Vaak pak ik even de fiets als ik ergens lig. Ik ben dan nieuwsgierig naar de omgeving, maar er is ook een gevoel van even eraf.

Dus deze keer geen foto’s van landschappen, maar een video-impressie van hoe het passeren van een sluis in je eentje in zijn werk gaat. De 114 sluizen in het kanaal tussen de Saône en de Marne zijn niet bemenst, maar geautomatiseerd. Met een afstandsbediening ben je zelf de sluiswachter.

Saône

Posted on

Van Lyon naar het begin van het Canal entre Champagne et Bourgogne is 254 km. De Saône is een andere rivier dan de Rhône. De Rhône stroomt en dat is afhankelijk van hoeveel water er wordt gebruik om elektriciteit op te wekken. De Saône is ook een gekanaliseerde rivier met stuwen en sluizen om de rivier op diepte te houden, maar ze stroomt bijna niet. De sluizen worden kleiner verder stroomopwaarts. Tot Chalon-sur-Saône zijn ze ongeveer 180 m lang en een 11 meter breed, na Saint Jean-de-Losne zijn 39 bij 5. Waar het bij Lyon nog bergachtig is, is de Saône een soort laagland. Het lijkt een beetje op de Maas en de Vecht.

Het is vooral een agrarisch gebied met kleine plaatsjes met minimale voorzieningen. Chalon is een grote plaats. Daar was naast de haven een Intermarché van ongeveer zes voetbalvelden met een gigantisch parkeer terrein. Boodschappen doet de moderne mens met de auto. De andere kant van de schaalvergroting zie je in Suerre; veel gesloten winkels in de hoofdstraat, twee keer per week is er een markt waar van alles en ook veel lokale producten (kaas, wijn, groente en fruit) worden verkocht. In de hoofdstraat zijn twee agrarische banken. Bij CA, met ervoor de stal van de worstmaker, zijn de etalages bedekt foto’s van gigantische akkerbouw percelen. Dat heb je natuurlijk nodig om de Intermarché goedkoop te vullen. Had Frankrijk ook niet een sterke lobby in Brussel en EU-landbouwsubsidies?

Maar over Saône heb ik ook gevaren:

Lyon

Posted on

Ik ben vier dagen in Lyon geweest. Lyon is een leuke stad. Fransen hebben ons dat vaker verteld. Toch kom je er niet zo gemakkelijk toe om er heen te gaan. Het is een fiets vriendelijke stad met aparte fietspaden en vaak op de busbaan. En veel fiets winkels van het professionele soort, dus zoals Kok, Snel en de Vakantiefietser, maar het lukte me niet om een 20 inch bandje te kopen voor mijn vouwfiets. Gelukkig wel een binnenband gescoord.

De haven waarin ik lag, had geen havenmeester. De gemeente was nog op zoek naar een nieuwe pachter. Gratis stroom en water en geen liggeld. De code van het hek wordt onder elkaar gedeeld. Het is in een wijk op een oud haven terrein. De bebouwing doet denken aan het Oostelijke havengebied in Amsterdam.

Het Musée des Beaux Arts de Lyon pretendeert na het Louvre het grootste museum van Frankrijk te zijn. Misschien is het wel waar. Het gaat van Griekse en Romeinse antieke kunst tot aankopen van recent moderne kunst. Er is opmerkelijk veel werk van Nederlandse impressionisten en van werk van tijdgenoten van Mondriaan en Van der Leck.

Maar de twee opzienbarendste dingen van Lyon, waar ik me ook niet bewust van was, zijn ‘murals’ en het goede eten. Ik sprak een Australische schrijfster die bezig is met een biografie van Eugénie Brazier. Nooit van gehoord. Blijkt de opleider van Paul Bocuse te zijn en Brazier heeft in één jaar 6 Michelinsterren gescoord (in twee restaurant drie sterren). Het goede eten speelt zich echter af in de Bouchons, niet direct ‘haute quisine’ maar vrij eenvoudige gerechten met goede ingrediënten.

De bekendste ‘mural’ is gemaakt in 1987 en daarna drie keer vernieuwd. Het is te vinden in de wijk Croux-Rouge.